GD-RN-03

Eindproject HKU 2019

Herinnering:

Wanneer je niet meer kan bewegen.

Je krijgt niets meer door je strot.

Te eigenwijs om weg te rotten.

Dan is het fossiel je lot.

Het gehandicapte huisdier:

Mijn gehandicapte huisdier is er echt niet best aan toe. Hij heeft een flinke scheur in zijn gezicht, zijn vacht is grauw en versleten. Ook heeft hij een stuk meer voeding nodig dan andere huisdieren. Vergeet je hem een keer te voorzien in zijn drankbehoefte, dan houdt hij er een slechte gewoonte op na, namelijk roken. Uit zijn achterwerk komt een raar geratel. Dit heeft hij overgehouden aan een klein ongelukje. Daarbij ruikt hij niet meer al te best. Wat maakt het dat ik zo erg gehecht ben aan juist dit huisdier? Misschien is het fijn dat er iets afhankelijk van mij is? Of het idee dat alleen ik goed met hem kan omgaan? Zodra iemand anders besluit een blokje met hem om te gaan, vergt dat vaak de nodige inspanning. Inmiddels een nieuw huisdier erbij genomen. Ze gaan verassend goed met elkaar om. Ze slapen samen, delen hun voedsel netjes, en maken zover ik weet geen ruzie.

Ode:

Al oog ik wat fragiel,

houd ik het al heel wat jaren vol.

Noem mij daarom gerust

een asfalt fossiel.

Het nieuwe huisdier:

Ja, mijn nieuwe huisdier, hij is tot nu toe betrouwbaar, vriendelijk en makkelijk in de omgang. Zeurt weinig en ziet er gezond uit. Toch stoort zijn soepelheid mij enorm. Wat is er leuk aan een huisdier als het ieders huisdier zou kunnen zijn? Ik heb meerdere keren op het punt gestaan om dit nieuwe huisdier te verminken. Gewoon een klein krasje in zijn gezicht of een knikje in zijn staart. Toch voel ik daar morele bezwaren tegen. Bovendien heb ik nooit bewust voor een gehandicapt huisdier gekozen. Vaak kom je pas achter een genetisch foutje, nadat je hem al hebt aangeschaft of wordt hij mank door een ongelukje. Dan wil je hem niet meer inruilen voor een degelijker exemplaar, want dan ben je al gezwicht voor zijn charmes. 

Afgedankt:

Vergeet me maar voor het gemak.

Laat me achter.

Ik duik vanzelf wel weer op,

in je kofferbak.

De motoroliekan:

Er is net iets meer behoefte aan mijn inhoud dan ik bieden kan. Af en toe word ik bijgevuld, maar dan is het vaak al bijna te laat. Dat arme dier stond dan regelmatig ergens te pruttelen, maar bleef zich wel altijd trouw voortbewegen. Hij heeft het ooit meer dan 50 kilometer volgehouden zonder mij.

Kwijt:

Met opruimen heb je geen vooruitgang geboekt.

Kijk maar eens in het dashboardkastje.

Er is hier genoeg te vinden,

maar niet wat je zoekt.  

De sportschoenen:

Iemand heeft ons hier laten liggen. Waarschijnlijk met het idee dat hij spontaan kon gaan hardlopen wanneer hij langs een bos kwam. Zelf worden we bij de gedachte al moe. Nee, een volwassen man dragen terwijl we door de modder worden gesleurd, is niet echt een hobby. Laat ons hier maar lekker liggen. Toen zijn ex boos bij hem wegging, zonder zich bewust te zijn van het feit dat wij er nog waren (maar ook zeker niet van plan was om ons terug te brengen) waren wij blij toe. Zij krijgt niet van die gekke ideeën en ons weggooien is ook niet echt haar ding. 

Verwarming:

Het laat even op zich wachten.

Je voelt het niet meteen.

Misschien wat koud en hard,

maar mijn motor is niet van steen.

Vaak tref je mij beslagen.

Al doe ik mijn best

de warmte komt in vlagen.

En die plens water in je nek

valt je vast tegen.

Maar door dit lek

hoef je niet naar buiten voor de regen.

De ijskrabber:

Ik kan u vertellen dat ik extreem vaak van nut ben geweest. Dat arme dier vat namelijk heel snel kou. Bevroren van binnen en buiten. Je zou zeggen dat de afdekhoezen die hier achter mij liggen goed van pas zouden komen, maar die gaan niet uit zichzelf op de ruiten zitten. Dus het is mijn taak om hem van kop tot staart ijsvrij te maken.

Gekeurd:

Noem mij mank.

Geen gezicht,

maar ik weet dat ook jij

tegen wil en dank 

wel voor mijn charmes zwicht.

Het hoeslaken:

Oprecht niemand weet hoe ik hier terecht ben gekomen. Ik denk dan ook dat het voor iedereen beter is dat dit een mysterie blijft. 

Eindbestemming:

Treurig langs de kant

rook ik er maar is één.

Voel ik nu afstand?

En waar moet ik heen?

De koelvloeistofkan:

Ik ben tot een jaar geleden zelden gebruikt. Niemand wist ook eigenlijk waar ik in moest. Het arme dier heeft het ontzettend lang vol gehouden zonder mij. Echt respect! Toen hij een ommetje ging maken, was hij er halverwege helemaal klaar mee. Om het verlangen naar mij te sussen, begon hij te roken. Kan hem geen ongelijk geven, maar voor iemand van een zekere leeftijd en een twijfelachtige gezondheid kan dat natuurlijk niet lang goed gaan. Er zat geen beweging meer in. Even dachten we dat zijn einde nabij was, maar na een kleine operatie is hij weer redelijk de oude geworden.